Anne-Mie Van Kerckhoven / AMVK
Interview with Anne-Mie Van Kerckhoven (fragments), artist, conducted by Joanna Zielińska, 2024
► KLIK HIER OM TE LUISTEREN
“Ik ben een kunstenaar die in Antwerpen woont. Tijdens mijn tijd als student aan de academie zat ik in dezelfde klas als Hugo Roelandt. We ontmoetten elkaar voor het eerst in 1970, terwijl we grafisch ontwerp studeerden. Tegen het einde van ons derde jaar werden we een koppel en bleven vier jaar samen.
Hugo was artistiek al veel rijper dan de rest van de klas. Voor hij naar de academie ging, had hij gestudeerd in Aalst, waar hij uitstekende kunstleerkrachten had. Hij werd bevriend met verschillende oudere kunstenaars in Aalst en de omliggende gebieden, waaronder Celbeton uit Dendermonde. Hugo was een zeer uitgesproken persoon. Hij was ook erg lang, ongelooflijk knap, met opvallend haar… en altijd onberispelijk gekleed. Zijn moeder, die als schoonmaakster werkte, maakte zijn kleren, en die waren prachtig op maat gemaakt. Hugo zag er altijd geweldig uit. Zijn vader werkte bij de post. Ik had nooit gedacht dat Hugo interesse in mij zou hebben. Ik was veel naïever, afkomstig uit een erg strikte familie. Ik had nauwelijks iets van de wereld gezien, terwijl hij zo wereldwijs en wijs was.
In het begin had hij een vriendin die wat ouder was en werkte als "entraîneuse" in bars. Ik herinner me ook dat ze in het eerste jaar, 1970-1971, een reis maakten naar Tibet, Afghanistan en Pakistan. Ze reisden over land, wat in die tijd erg gevaarlijk was. En ze gingen ook naar India. Op een gegeven moment, in het tweede jaar, 1972, kwamen ze op blote voeten terug naar de academie!
Ik herinner me dat hij al heel snel, waarschijnlijk in zijn tweede jaar aan de academie, geld kreeg van zijn ouders om een echte camera te kopen, wat destijds erg duur was. Maar zijn moeder betaalde voor alles; ze werkte alleen voor haar jongens. Ik weet dat hij erg precies was over zijn foto’s, en waarschijnlijk maakte hij zijn eerste foto’s tijdens zijn reis naar India.
Hij was een grote fan van de fotografie van Diane Arbus. Op een bepaald moment begon hij heel grote werken te maken, waarbij hij de ontwikkelaar aanbracht met sponzen en andere onconventionele gereedschappen. Hij experimenteerde altijd op verschillende manieren met fotografie en maakte zich helemaal geen zorgen over inkadering. Ik herinner me dat hij een zeer goede tentoonstelling had met zijn foto’s in het I.C.C. Hij hield er ook van om foto’s af te drukken op bijna posterachtig papier, die hij simpelweg ophing met punaises. Daarvoor monteerde hij ze op kleine “kartons” die hij zelf maakte. Dat weerspiegelde de artistieke sfeer van die tijd. We waren allemaal erg enthousiast over zijn werk.
Toen ik Hugo ontmoette, fotografeerde hij zichzelf al verkleed als vrouw, in badpakken. Dat was rond 1972. Het was beïnvloed door het carnaval van Aalst, maar tegelijkertijd hing het in de lucht: muzieksterren zoals David Bowie, Fassbinders films en de Deutsche Welle. Dat was de sfeer van die tijd. De kleding voor jonge mensen zoals wij was ook erg uniseks. Als je kijkt naar de tekeningen die ik toen maakte, zie je veel figuren die half man, half vrouw waren—ambigue en niet duidelijk gedefinieerd. Dat was een weerspiegeling van het tijdperk, gevormd door de invloed van Andy Warhol’s Factory in de jaren ’60. Soortgelijke dingen gebeurden in Berlijn, en misschien nog meer in Keulen.
Hugo kuste soms jongens en had vrienden met wie hij experimenteerde. Het mooie aan de jaren ’70 was dat alles experimenteel was, snap je? Experimenten strekten zich ook uit tot relaties met zowel meisjes als jongens. De dingen mochten ook niet te lang goed gaan bij hem. Dat is ook de reden waarom ik het heel moeilijk kreeg na een tijd—de levensstijl en het drinken werden me teveel, ik werd ook ziek. Ik hield ervan om in bed te lezen, maar hij wilde altijd dat ik met hem meeging naar cafés en bars. We gingen elke avond uit.
Op artistiek gebied gebeurde veel onder invloed van wat Roger D’Hondt toonde in de New Reform Gallery in Aalst. Kunstenaars uit Polen, Tsjecho-Slowakije en Hongarije werden daar veel geëxposeerd, dikwijls kleine interventies met foto’s. Het was Fluxus, maar ook iets tussen kunst en multiples in. Mensen waren arm—wij waren ook arm—dus het ging niet om grootse, monumentale kunst. Het ging altijd om kleine dingen, kleine gebaren. Maar die dingen werden altijd met grote zorg en schoonheid gemaakt. In die zin was het eigenlijk een heel mooie periode. Roger D’Hondt had veel invloed door de werken die hij ons liet zien. Bijvoorbeeld, de Wiener Aktionisten werden niet getoond in musea in België. Hun werk was erg avant-garde, en mensen vonden het ziekelijk.
Hugo kocht een 16mm-camera op de zwarte markt—dat was toen net betaalbaar. We waren van plan een film te maken in Aalst, in de achtertuin van zijn ouderlijk huis. Zijn vriend, de acteur Jo Corthals, ging de centrale ster zijn. Hugo had veel rook nodig, dus ik moest heel de dag massa's bladeren verbranden om die te maken. De film werd frame voor frame opgenomen, en mijn taak was het ook om “schmink” in steeds evoluerende schakeringen op Jo zijn gezicht aan te brengen. De opnames hebben een hele dag geduurd. Wanneer het donker werd zag Hugo dat hij vergeten was de film in de camera te laden. Wat typisch Hugo was: hij wilde het niet over doen de dag erna. Ik denk dat dat niet goed is voor een kunstenaar. Voor mij klopte zijn manier van denken dikwijls niet, zijn neiging om zich te veel aan het negatieve vast te klampen speelde hem toen parten.”
Interview met Anne-Mie Van Kerckhoven (fragmenten), kunstenaar, afgenomen door Joanna Zielińska in 2024.