Hugo Roelandt
Interview with Hugo Roelandt (fragments), conducted by Luc Mishalle (1980) and Roger D’Hondt (1977)
► KLIK HIER OM TE LUISTEREN
“De eerste performance die ik heel bewust performance heb genoemd en die het recht gekregen heeft mijn naam te dragen was in 1974, in Aalst. Die performances zijn bij mij normaal gegroeid. Ik zie ze als een evolutie uit mijn vorig werk, ten eerste: het niet aanvaarden van het systeem van de artiest die afgesloten op zijn zolderkamer werkt en 'kunst' aflevert en die zich daarmee interessanter voelt dan een ander, en ten tweede: in die tijd fotografeerde ik, maar ik weigerde toen te fotograferen wat er is, wat er staat... het opzoeken van sferen. Mij interesseerde het bepaalde toestanden heel bewust te veranderen en die dan vast te leggen. Daarvoor was fotografie een geschikt middel. Op den duur werd het veranderen echter belangrijker dan de fotografie zelf en dan is de stap klein om er 'live' toestanden van te maken.
Trouwens, die eerste 'optredens' zal ik ze maar noemen, noemde ikzelf geen performances. Het is slechts omdat het medium ook hier bekend werd dat men dat soort dingen waar ik mee bezig was uiteindelijk de naam heeft gegeven die op dat moment gangbaar was. In het begin heb ik me daar wel tegen verzet, dan wilde ik geen performer zijn omdat dat echt een etiket op u plakte en omdat hetgeen ik deed slechts een reaktie was omdat ik noch schilder, noch beeldhouwer, noch fotograaf wou zijn. Ik wilde gewoon doen wat ik vond dat ik moest doen, niet speciaal performer zijn. Nu heb ik er een grapje van willen maken door het op mijn pas te laten zetten, maar dat is niet gelukt. Kennen ze niet op de bevolking.
Specifiek het een eerste performance begin was wilde ik alles wat normaal als bestaand aanvaard wordt wegbannen om echt opnieuw te beginnen. Daarom heb ik geprobeerd een persoon die toevallig Verreckt was – in de muur te schilderen: ik heb die persoon gewoon voor een muur gezet en met verf/kleurstof geprobeerd hem en de muur één te maken zodat hij verdween omdat alles – vooral wat het denken betreft – zogezegd van de mens uit gebeurt. En als je dus een mens wegschildert, schilder je eigenlijk het elementaire weg.
Vanaf die eerste tot het Kaaiteater is er een evolutie geweest – het een vloeide uit het ander – reakties op het voorgaande totdat je beseft dat je in die zogezegde vernieuwing aan het vastlopen bent, niet direkt, raar terugvalt in een systeem, in een gebruikt worden, met regels die vastgesteld worden en zo... (maar ik spring een beetje ver)... In het begin heb ik geprobeerd er maar twee per jaar te doen maar dan wel degelijk voorbereid, een zo totaal mogelijk beeld te geven, maar toen werd het medium een beetje populair en dan ben ik iets meer gaan doen, alhoewel ik er nooit naar gestreefd heb er heel veel te doen, en zeker geen cyclus zoals bv. in teater.Ik vraag me niet af of performance teater is of geen teater is of het bij beeldende kunsten kan gerekend worden of niet. Ten eerste: ieder optreden dat ik doe verschilt heel veel van het vorige of kan heel veel verschillen. De ene keer gebruik ik meer teatertechnieken, een andere keer veel meer visuele effekten.”
Interview met Hugo Roelandt door Luc Mishalle, CET-Bulletin, nr. 5, juni-augustus 1980
“Voor mij heeft performance de betekenis van een totaler medium. Ik ben daartoe gekomen omdat de technieken welke ik vroeger gebruikte te beperkt waren om in te werken. Performance is een meer uitgebreid medium. Het geeft mij de mogelijkheid om meer bij de technische aktualiteit aan te sluiten.
Ik echt weinig geloof aan de kunstenaar die eenzaam zieltogend op zijn atelier een kunstwerk zit te kreëren. Het kreren van een kunstwerk is de belangrijkste faze, zelfs belangrijker dan het eindprodukt dat enkel maar een historische of ekonomische waarde heeft. Performance legt direkt kontakt met het publiek. Voor mij is dit het resultaat van jaren kritisch onderzoek in het medium kunst.
De artistieke plannen (... ik zou niet spreken van plannen maar artistieke evolutie) zijn moeilijk lang op voorhand te bepalen omdat we sterk tijdsgebonden werken. We zullen meer de nadruk leggen op de gedrags- patronen van zowel onszelf als het publiek. Waardoor waarschijnlijk een meer agressievere relatie tussen beiden zal ontstaan.
Kunst is voor mij altijd politiek. Geen partijgebondenheid. Dat niet. Meer binnen een sociale kontekst gezien dan. Dit wil niet zeggen dat ik houd van politiek geëngageerde kunst. Voor mij is dat onderwerp te eng. Door 't feit dat men zich uit, is men bewust van een aantal dingen dewelke uit de maatschappij reflekteren. Alleen al de manier waarop ik mij uit is daar een reflektie van. Ik speel bijvoorbeeld niet mee in het galerijen systeem dat kommercieel is opgebouwd.”
Interview met Hugo Roelandt (fragmenten), afgenomen door Roger D’Hondt, gepubliceerd in De Voorpost op 24 juli 1977